Bangladesh is niet alleen
één van de armste landen van de wereld, het wordt ook het
vaakst getroffen door natuurrampen. Bijna jaarlijks zien we schokkende
beelden op de televisie. Is het niet een van de rivieren die buiten haar
oevers treedt, dan zorgen tropische cyclonen wel voor huizenhoge vloedgolven
die het land onder water zetten en verwoesten. Elk jaar eisen deze rampen
veel slachtoffers. Maar het onderstromen van het land heeft één
positief aspect: het slib maakt dat de grond erg vruchtbaar is.
Na de onafhankelijkheidsstrijd in 1971 is de situatie in het land bijzonder slecht. Grote delen van Bangladesh zijn verwoest en vele duizenden mensen zijn dakloos. Diverse ontwikkelingsorganisaties, zowel Bengaalse als buitenlandse, zetten zich in voor de wederopbouw van het land.
Na twintig jaar is de toestand in Bangladesh nog niet veel beter. Het staatsinkomen is nooit meer op het peil van voor de onafhankelijkheid geweest. De wederopbouw wordt door de bijna jaarlijks terugkerende overstromingen enorm bemoeilijkt.